Artikel 13

Uitleg bij artikel 13 AVG



Artikel 13 bevat de informatieplicht van de verantwoordelijke en is het zusterartikel van artikel 14 AVG. Terwijl artikel 14 ziet op informatieverstrekking door de verantwoordelijke aan het datasubject in het geval de persoonsgegevens over het datasubject niet van het datasubject zelf zijn verkregen, ziet artikel 13 AVG op het geval waarin dat wel het geval is. Als iemand wordt gevraagd om gegevens (bijvoorbeeld telefonisch of middels een web-formulier) of als de gegevens worden verkregen door observatie van het gedrag (bijvoorbeeld door monitoring offline of online door middel van cookies) dan zal doorgaans artikel 13 AVG van toepassing zijn; als de gegevens worden verkregen van een derde partij (de belastingdienst krijgt informatie over datasubjecten via hun bank) dan is doorgaans artikel 14 van toepassing. De regels over de wijze en aard van communicatie staan in artikel 12 AVG.


Lid 1 geeft aan dat als er persoonsgegevens van het datasubject worden verzameld, de verantwoordelijke direct (uiterlijk op het moment dat de gegevens worden verzameld) informatie verstrekt waaruit in ieder geval blijkt:


a. zijn identiteit en contactgegevens. In het geval lid 2 van artikel 3 AVG van toepassing is en de verantwoordelijke een vertegenwoordiger heeft aangesteld (artikel 27 AVG) dient ook diens identiteit en contactgegevens te worden verstrekt.

b. als de verantwoordelijke een functionaris voor de gegevensbescherming oftewel een data protection officer heeft aangesteld (artikel 37 AVG), dan dienen ook diens identiteit en contactgegevens te worden vermeld.

c. de doeleinden waarvoor de gegevens worden verwerkt (artikel 5 lid 1 sub b AVG) en de rechtsgrond op basis waarvan dit geschiedt (artikel 6 AVG of artikel 9 AVG in het geval van bijzondere persoonsgegevens).

d. als er qua rechtsgrond een beroep wordt gedaan op artikel 6 lid 1 sub f dan moeten de gerechtvaardigde belangen van de verantwoordelijke of van een derde waar een beroep op wordt gedaan worden vermeld (opmerkelijk is dat dit vereiste niet geldt voor het al dan niet zwaarwegende publieke belang ex artikel 6 en 9 AVG - vergelijk ook artikel 21 AVG).

e. als de gegevens worden doorgegeven aan derden dan dienen ook zij te worden vermeld. Dat kan in voorkomende gevallen ook per categorie ontvanger. Als een sportclub bijvoorbeeld informatie verwerkt over een agressieve aandoening van het datasubject dan kan het volstaan door mede te delen dat deze informatie ook zal worden doorgegeven aan de omringende etablissementen, zonder die elk afzonderlijk bij naam te noemen (zie echter ook artikel 19 AVG).

f. als de verantwoordelijke van plan is of redelijkerwijs te voorzien is dat de persoonsgegevens zullen worden doorgevoerd naar landen buiten de Europese Unie, dan dient de rechtsgrond daarvoor te worden vermeld. Dat kan zijn een adequaatheidsbesluit (artikel 45 AVG), het bestaan van passende waarborgen (artikel 46 AVG, waaronder bindende bedrijfsvoorschriften artikel 47 AVG) of het bestaan van een uitzondering voor specifieke gevallen (artikel 49 AVG).


Lid 2 geeft aan dat ook de volgende informatie dient te worden verstrekt door de verantwoordelijke aan het datasubject - waarom deze informatie in een afzonderlijk lid staat is niet geheel duidelijk. Wel verwijst lid 3 van artikel 13 AVG met name naar dit lid. Het gaat om de volgende informatie:


a. de bewaartermijn die wordt gehanteerd voor de gegevens of, als er geen eenduidige bewaartermijn is (bijvoorbeeld omdat de gegevens worden verzameld voor een doel waarvan het niet op voorhand duidelijk is op welk moment dat zal zijn bereikt), de criteria op basis waarvan een beslissing zal worden genomen over het al dan niet verwijderen van de persoonsgegevens (artikel 5 lid 1 sub e AVG). 

b. de verantwoordelijke deelt het datasubject mee dat hij het recht heeft op informatie en inzage (artikel 15 AVG), het recht op rectificatie (artikel 16 AVG), het recht om vergeten te worden (artikel 17 AVG), het recht op beperking (artikel 18 AVG), het recht op dataportabiliteit (artikel 20 AVG) en het recht op bezwaar (artikel 21 AVG). Het recht op kennisgeving (artikel 19 AVG) wordt niet expliciet genoemd, maar hoort vermoedelijk ook in het rijtje thuis.

c. dat als de verwerking van persoonsgegevens (artikel 6 lid 1 sub a AVG) of bijzondere persoonsgegevens (artikel 9 lid 2 sub a AVG) geschiedt op basis van toestemming, het datasubject altijd de bevoegdheid heeft zijn toestemming in te trekken (artikel 7 lid 3 AVG). Artikel 13 lid 2 sub c merkt ten overvloede op dat intrekking van eerder legitiem gegeven toestemming niet met terugwerkende kracht betekent dat de verwerking van persoonsgegevens voor het moment van intrekking als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.

d. dat het datasubject het recht heeft een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit (artikel 77 AVG). Er wordt niet vereist dat de verantwoordelijke het datasubject ook wijst op de mogelijkheid beroep in te stellen bij de rechter (artikel 79 AVG), zoals bijvoorbeeld wel in artikel 12 lid 4 AVG.

e. dat er sprake is van een noodzakelijke gegevensverwerking op basis van een contractuele of wettelijke verplichting (artikel 6 lid 1 sub b en c AVG) en in het geval van een wettelijke verplichting, wat de gevolgen zijn van een weigering. Dat kan bijvoorbeeld zijn een boete of andere sanctiemaatregel; het zal hier typisch gaan om een overheidsinstantie die om gegevens verzoekt. Het gevolg van het weigeren van het verstrekken van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoer van een contract kan zijn dat het contract wordt ontbonden, maar ook kunnen andere consequenties volgen (dat kan bijvoorbeeld zijn als een schuldeiser een contract afsluit met een incassobureau waarin wordt overeengekomen dat het bureau contact onderhoudt met de schuldenaar).

f) dat er sprake is van geautomatiseerde besluitvorming (artikel 22 AVG), waaronder profiling (artikel 4 sub 4 AVG), waarbij voor profiling ook informatie dient te worden verschaft over de onderliggende logica van de profielen en de mogelijke gevolgen en consequenties die het gebruik van de profielen kunnen hebben op het datasubject.


Lid 3 spreekt van de verwerking van de persoonsgegevens voor andere doeleinden dan waarvoor ze waren verzameld (let wel, lid 3 van artikel 13 AVG spreekt niet van een verenigbaar of onverenigbaar doel zoals artikel 5 lid 1 sub b AVG dat doet). In dat geval moet de verantwoordelijke voor het moment dat de persoonsgegevens voor dat andere doeleinde worden verwerkt de informatie verstrekken als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub c en lid 2 (zie ook artikel 6 lid 4 AVG).


Lid 4 geeft als enige uitzonderingsmogelijkheid op de informatieplicht uit artikel 13 AVG het geval dat het datasubject de informatie al in zijn bezit heeft, bijvoorbeeld omdat hij deze informatie al eerder heeft gekregen (een bloeddonor levert voor de tweede keer bij een bloedbank).


Artikel 13 Te verstrekken informatie wanneer persoonsgegevens bij de betrokkene worden verzameld


1.Wanneer persoonsgegevens betreffende een betrokkene bij die persoon worden verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene bij de verkrijging van de persoonsgegevens al de volgende informatie:


a)de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke;

b) in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;

c) de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, alsook de rechtsgrond voor de verwerking;

d) de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd;

e) in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens;

f) in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een derde land of een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie bestaat; of, in het geval van in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden geraadpleegd.


2.Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene bij de verkrijging van de persoonsgegevens de volgende aanvullende informatie om een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen:


a) de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria ter bepaling van die termijn;

b) dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of wissing van de persoonsgegevens of beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen de verwerking bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid;

c) wanneer de verwerking op artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het recht heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan;

d) dat de betrokkene het recht heeft klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;

e) of de verstrekking van persoonsgegevens een wettelijke of contractuele verplichting is dan wel een noodzakelijke voorwaarde om een overeenkomst te sluiten, en of de betrokkene verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken en wat de mogelijke gevolgen zijn wanneer deze gegevens niet worden verstrekt;

f) het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.


3.Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke voornemens is de persoonsgegevens verder te verwerken voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene vóór die verdere verwerking informatie over dat andere doel en alle relevante verdere informatie als bedoeld in lid 2.


4.De leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing wanneer en voor zover de betrokkene reeds over de informatie beschikt.

Overwegingen



(60) Overeenkomstig de beginselen van behoorlijke en transparante verwerking moet de betrokkene op de hoogte worden gesteld van het feit dat er verwerking plaatsvindt en van de doeleinden daarvan. De verwerkingsverantwoordelijke dient de betrokkene de nadere informatie te verstrekken die noodzakelijk is om tegenover de betrokkene een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen, met inachtneming van de specifieke omstandigheden en de context waarin de persoonsgegevens worden verwerkt. Voorts moet de betrokkene worden geïnformeerd over het bestaan van profilering en de gevolgen daarvan. Indien de persoonsgegevens van de betrokkene moeten worden verkregen, moet hem worden meegedeeld of hij verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken en wat de gevolgen zijn van niet-verstrekking van de gegevens. Die informatie kan met behulp van gestandaardiseerde icoontjes worden verstrekt, teneinde op goed zichtbare, begrijpelijke en duidelijk leesbare wijze de zin van de voorgenomen verwerking weer te geven. Elektronisch weergegeven icoontjes moeten machineleesbaar zijn.


(61) De informatie over de verwerking van persoonsgegevens betreffende de betrokkene dient hem te worden meegedeeld bij het verzamelen bij de betrokkene van de gegevens of, indien de gegevens uit een andere bron zijn verkregen, binnen een redelijke termijn, die afhangt van de omstandigheden van het geval. Wanneer de persoonsgegevens rechtmatig aan een andere ontvanger kunnen worden verstrekt, dient de betrokkene te worden meegedeeld wanneer de persoonsgegevens voor het eerst aan de ontvanger worden verstrekt. Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke voornemens is de persoonsgegevens te verwerken met een ander doel dan dat waarvoor zij zijn verzameld, moet de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene vóór die verdere verwerking informatie over dat andere doel en andere noodzakelijke informatie verstrekken. Wanneer de oorsprong van de persoonsgegevens niet aan de betrokkene kan worden meegedeeld omdat verschillende bronnen zijn gebruikt, moet algemene informatie worden verstrekt.